Blader door de woordenlijst met deze index
Speciale tekens |
A |
B |
C |
D |
E |
F |
G |
H |
I |
J |
K |
L |
M |
N |
O |
P |
Q |
R |
S |
T |
U |
V |
W |
X |
Y |
Z |
Alles
Logaritme Met de logaritme kan je de exponent van een macht vinden. Bijvoorbeeld: \(2^x = 8\), de exponent \(x\) is hier natuurlijk gelijk aan 3, want \(2^3=8\).
- Algemeen: \(y = g^x\), neem links en rechts de log. \(\Rightarrow \log y = \log g^x\). Iets wat je links doet moet je rechts ook doen.
- Rekenregel 1 logartime: \(\log y = \log g^x = x \cdot \log g\), met \(g\) het grondtal.
- Rekenregel 2 logaritme: \(x = { \log y \over \log g} = ^g\!\!\log y\)
- Met de voorbeeldgetallen wordt het dan: \(x = ^2\!\!\log 8 \overset{\text{rekenmachine}}{=} {\log 8 \over \log 2} = 3\).
Opmerking 1: Het standaard grondtal \(g\) van de log is 10. Dus \(\log q = ^{10}\!\!\log q = {\log q \over \log 10}\), dus \(\log 10 = 1\)
Opmerking 2: Indien het grondtal gelijk is aan het getal van Euler \(e = 2,\!718...\), dan wordt de log genoteerd als: \(^e\!\log q = \ln q\) en spreek je van de natuurlijke logaritme. |
|